Hallo allemaal,
Het was weer een interessante week. Ik heb niet alleen een aantal leuke klusjes gedaan maar ik ben ook aan mijn praktijkonderzoek op school begonnen. Wat betreft praktische handeling op RotterZwam is er het volgende te zeggen: Op maandag het ophangen  van lussen in een van de kweekruimtes zodat de substraatzakken er op verschillende hoogtes in  konden worden gehangen, daarna heb ik geholpen met het maken van wikkeletiketten voor op de growkits en als laatste een ruimte waar de dag daarvoor een workshop was gehouden helemaal schoongemaakt. Alles was vervuild met stro dus ik heb alles bij elkaar geveegd, opgeveegd en in een emmer gedaan. Op dinsdag heb ik op Helicon van het meegekregen substraat een oplossing gemaakt en goed gemixt met een roervlo en een magneetroerder. Daarna heb ik met een beluchtingspomp een schuimlaag gemaakt en deze voor in een potje afgeschept, dat samen met wat theorieonderzoek was mijn dinsdag. Op woensdag heb ik het op RotterZwam gehad hoe cellulase aangetoond kon worden met een appelmoesproef, ik heb wederom geholpen met de oesterzwamoogst, een nieuwe betere plastic ventilatie buis aangelegd, de enzym extractor schoongemaakt en een deel van de grote ruimte daar schoongespoten. Op donderdag heb ik de substantie die ik eerder op school heb gemaakt gecentrifugeerd, gezeefd en gefilterd. Daar na heb ik met 2 andere soorten glaswerk nog 2 filtraten gemaakt en deze opgeslagen. Het viel me wel op dat deze 2 een lichtere tint hadden dan mijn eerste filtraat. Op vrijdag (vandaag dus ) realiseerde ik me waarom het mogelijk zo was. De 2 andere soorten glaswerk die ik voor de latere 2 filtraten had gebruikt waren ongeveer 500 ml terwijl de vaas die ik voor het eerste filtraat heb gebruikt ruim een liter aan volume had en dat terwijl ik telkens dezelfde hoeveelheid substraat had gebruikt. Ik had voor het eerste filtraat een liter kraanwater gebruikt en voor de daaropvolgende 2 in beide gevallen 500 ml demiwater. Hoewel kraanwater een hogere osmotische waarde heeft dan demiwater moet de osmotische waarde van de oplossing met 1 liter kraanwater veel lager zijn geweest dan met maar 500 ml demiwater. De lagere osmotische waarde van de oplossing met 1 liter kraanwater moet de gedroogde fungus-cellen waarmee het substraat waarschijnlijk vol zat hebben laten zwellen en water hebben laten opnemen tot dat ze uiteen zijn gebarsten. De celorganellen en deeltjes in de cellen moeten daardoor in de oplossing zijn gekomen, met als resultaat meer opgeloste deeltjes in de oplossing die later door de filtraties heen in het eindfiltraat terecht zouden komen. Om deze hypothese te bewijzen zou ik de eerste proef de vaas proef moeten overdoen met eenzelfde hoeveelheid substraat die ik de andere keren ook gebruikte en in plaats van 1 liter kraan water 500 ml demiwater moeten nemen, als het eindfiltraat meer leek op de laatste 2 dan op de eerste zou ik met mijn hypothese juist zitten. Dus dat deed ik met voor de rest alles zoals bij de andere keren en uiteindelijk leek het filtraat inderdaad meer op de latere 2 filtraten dan op het eerste filtraat, daarna heb ik mijn dag verder gevuld met opruimen en een beetje theoretische verrijking en daarna heb ik mijn spullen gepakt en ben mijn vakantie te gemoed gegaan. Een fijne vakantie nog aan jullie allemaal.